Introductie
In dit artikel:
Mart Clazing
Allround Onderhoud en Storings Monteur
Voor hobby’s is er altijd weinig tijd geweest in het leven van Mart. Door het af en aan op zee zijn als Onderhoud Monteur aan boord was er de ruimte niet voor. Maar zelfs nu hij netjes 40 uur in de week werkt, heeft hij nog altijd maar 1 ‘hobby’ in zijn vrije tijd: klussen. Mart is namelijk geboren met 2 rechterhanden. De man kan alles. Niet zo gek dus, dat hij in zijn vrije tijd vooral bezig is met klussen in zijn nieuwe huis.
“Het is best lastig als je zo handig bent”, vertelt hij. “Je weet wat je moet doen, maar komt altijd tijd tekort om het te doen.” Dus gaan al zijn weekenden sinds een paar maanden op aan thuis elektra vervangen, een nieuwe keuken plaatsen, nieuw vloertje leggen, dakgoot fixen, een nieuwe trap plaatsen… En ga zo maar door. Zoals gezegd: de man kan alles. En dat komt van pas. Niet alleen thuis. Vooral ook op zijn werk, als Allround Onderhoud en Storing Monteur bij Monier dakpannen in Woerden.
Allround onderhoud en storing monteur: een diverse klus
Hoe is het om te werken als Allround Onderhoud en Storing Monteur? – “Heet het zo?”, was Marts eerst reactie. “Ik noem mezelf altijd de Manus van Alles. Op verjaardagen vertel ik dat ik auto monteur ben, maar dan aan machines. Wat ik doe is ontzettend divers. Het is voornamelijk mechanisch: tandwiel uitwisselen, ketting uitwisselen, lucht pneumatiek, timing dingetjes, dat soort zaken. Maar er komt ook veel elektro bij kijken. Veel is hier geautomatiseerd, dus ik krijg ook te maken met sensoren en dergelijke.”
Die diversiteit, dat is geen probleem. Mart is geschoold en ervaren als Maritiem Officier. Dat maakt dat hij veel van allerlei verschillende zaken weet en een groot deel van die kennis al ruimschoots in de praktijk heeft toegepast. De uren aan boord, in zijn eerste baan als storing monteur op zee, tikken heel snel aan wanneer je een paar maanden achter elkaar dag en nacht voor je job op weg bent.
“Mijn achtergrond scheelt een hele hoop in mijn werk. Het komt echt van pas dat ik zo breed geschoold ben. Je begrijpt sneller wat je ziet, en ziet dus eerder het probleem. Je doorziet de logica van het hele systeem, en kunt daardoor snel linkjes leggen. Ik ben mechanisch en elektronisch goed onderlegd. Zo kan ik vrij vlug de vinger op de zere plek leggen.”
“Mijn achtergrond scheelt een hele hoop in mijn werk. Het komt echt van pas dat ik zo breed geschoold ben. Je begrijpt sneller wat je ziet, en ziet dus eerder het probleem.”
Foto’s: Sam Rentmeester
Van zee naar wal – de transitie
En die ervaring aan boord, komt die ook van pas? Mart: “Zeker weten. Onderhoud is onderhoud. Als er iets kapot is, ga je het maken. Eigenlijk is dit werk hetzelfde als aan boord, alleen is de manier van uitvoeren volledig anders. Aan boord moest ik werken met wat er was, en dat was beperkt. Je hebt er nooit de spullen bij de hand die je nodig hebt, moet de zaak creatief in elkaar flansen om er iets van te brouwen. Hier heb ik alles bij de hand. Ik loop met gemak even naar een collega, of desnoods naar de technische groothandel om de nodige spullen te halen. Dat maakt het een stuk makkelijker. Aan boord kon ik daarentegen wel alles blind uit elkaar halen en terug in elkaar zetten. Dat is nu anders, wat complexer allemaal.
“Onderhoud is onderhoud. Als er iets kapot is, ga je het maken. Eigenlijk is dit werk hetzelfde als aan boord, alleen is de manier van uitvoeren volledig anders.”
Wat er ook anders is, is dat ik hier veel meer mensen om me heen heb. En dat ik nu niet meer mijn eigen baas ben. Tot op zekere hoogte wel, maar nu zegt de chef wat ik moet doen. Aan boord moest ik dat altijd zelf bedenken. Daar zaten we met 5 man: 1 kapitein, 2 officieren en 2 matrozen. Die hele verhouding is anders. Niet per sé beter of slechter. Ik vind het wel prettig zoals het nu gaat. Ik hoef niet meer zoveel na te denken, kan meer focussen op snelle en goede oplossingen maken.”
‘Op zee is niet voor iedereen’
Dat geeft rust, geeft hij toe. “Op zee draai je overuren. Letterlijk. Fysiek, maar ook in je hoofd. Je blijft continu bezig, het werk stopt nooit. Dat is de grootste verandering met mijn nieuwe werk. Ik ben nog steeds monteur. Dat is niet veranderd, alleen ben ik het nu zonder water, onvoorspelbare bewegingen die het werk lastiger maken, gekke uren, zware tijdsdruk en constant slaaptekort.”
“Op zee draai je overuren. Letterlijk. Fysiek, maar ook in je hoofd. Je blijft continu bezig, het werk stopt nooit. Dat is de grootste verandering met mijn nieuwe werk.”
Maar op zee is het zeker niet alleen slecht. “Ja, het is zwaar werk, zou je kunnen zeggen. Maar het is geen slecht werk. Het is gewoon niet voor iedereen.”
Een klein halfjaar geleden kwam hij voor het laatst van boord. Toen wist hij: dit is echt de laatste keer geweest, na zo’n 3 jaar varen. Een combinatie van factoren bracht hem tot die beslissing. “Ik was gewoon te weinig thuis. Ze zeggen dat maritiem werk ‘een paar maanden op, 1 maand thuis’ is, maar in de praktijk was het vaak 9 weken op, 3 weken thuis. Dat is gewoon te kort. Toen kwam daar de corona-crisis bij, dat maakte het allemaal nog onzekerder. Er was zoveel niet-weten aan boord. Toen was ik er klaar mee. In die tijd ben op zoek gegaan naar iets anders.”
En toen belde Lars. “Een toevalstreffer.”
Maintenance & Field Service
Werk aan wal, via Evoke
“Toen kwam Lars om de hoek zeilen”, zoals Mart het zelf omschrijft. “Hij belde om te vragen hoe het met me ging, soms krijg ik zo’n telefoontje vanuit Evoke. Nu kwam het precies op het goede moment, net toen ik besloot om aan wal te gaan werken.”
En juist dát is het moment om Evoke in te schakelen, vertelt Mart. Via Evoke kom je namelijk op plekken waar je in je eentje nooit gekomen was, van zee naar wal. Wat lang zo slecht nog niet is, vertelt Mart.
Er kan veel meer dan je denkt
Mart: “Je eigen beeld van aan wal werken is beperkt. Je kent alleen de maritieme tak, dus denkt vanuit daar. Evoke kent de hele markt, dus je krijgt meteen een breed arsenaal aan mogelijkheden voorgeschoteld. Dat schud je echt wakker, doordat je ziet wat er allemaal kan aan wal.
En dakpannen – tja, dat is natuurlijk niet echt iets waar ik zelf meteen aan dacht. Toch stelde Lars het voor, nadat hij hoorde wat ik kan en wat ik wilde. Hij had echt goed zicht of het iets voor mij zou zijn. En dat was het.”
Woensdag gesprek, maandag een baan
Lars: “Ik heb vaak te maken met maritiem officieren die een baan aan wal zoeken, het is zo’n driekwart van mijn werk, dus ik weet inmiddels waar het te doen is. Mart wilde iets in de technische dienst, mechanisch of elektrisch. Ik zag een plek waar ze allebei aan bod zouden komen. Ik stelde Mart voor bij Monier en na 1 gesprek was het duidelijk: dit is ‘m.”
Zo is het gegaan. Op woensdag ging Mart op gesprek – “een fijn praatje” – en het begin van de week erna kreeg hij al een telefoontje: Monier wilde graag met hem in zee. Aan wal, dan.
Zijn eerste reactie: ‘Mooi. En wat ga ik verdienen dan?’
‘Wat ga ik verdienen?’
Een logische vraag, die Lars vaak krijgt. Op zee verdien je als starter best een mooi salaris, circa €3000 bruto is geen uitzondering, maar dat komt door alle toeslagen. Kaal gaat het vaak om €2300-2400. Iets dat Mart ook inziet, en nu erg te spreken is over zijn salaris aan wal:
“Op zee verdien je op zich prima, maar dan ben je ook dag en nacht aan het werk. In kleine ploegen zijn dagen van 12 tot 18 uur geen uitzondering. Dat tikt natuurlijk aan. Maar als je kijkt wat je verdient per uur met zo’n drukke ronde, dan krijg je niet veel. Daartegenover geef je amper iets uit in de maanden dat je aan boord bent, en krijg je in de maand dat je thuis bent het salaris voor 2 maanden op je rekening. Dat is dan heel aardig.
In verhouding is mijn salaris aan wal nu helemaal niet gek. Ik werk standaard 40 uur, met soms een uitschieter naar 42 of 44 uur, dan houdt het op. Dat staat in verhouding met wat ik verdien. Eerst werkte ik me dood voor mijn geld, nu werk ik normaal en verdien ik normaal.”
“In verhouding is mijn salaris aan wal nu helemaal niet gek. Eerst werkte ik me dood voor mijn geld, nu werk ik normaal en verdien ik normaal.”
”Evoke kent de hele markt, dus je krijgt meteen een breed arsenaal aan mogelijkheden voorgeschoteld. Dat schud je echt wakker, doordat je ziet wat er allemaal kan aan wal.
Mart ClazingAllround Onderhoud- en Storingsmonteur
Dollen en uitdagingen bij dakpannenfabrikant
Het feit dat Mart in z’n eentje nooit bij een dakpannenfabrikant was uitgekomen, maakt de keuze niet minder succesvol. Het is een plek waar hij past als persoon tussen prettige collega’s. “Ze zijn hier precies zoals ik. Iedereen zegt wat hij denkt en altijd in voor een beetje dollen met elkaar, gewoon lachen. Zonder leuke collega’s was het al gauw klaar geweest, maar ik ben er nog, dus dat zegt genoeg.”
Alle ruimte voor eigen ideeën
Maar het is inhoudelijk ook een uitdagende plek voor Mart, waar hij zich nooit hoeft te vervelen. Als onderhoud monteur krijgt hij te maken met allerlei verschillende machines, die samen een combinatie opleveren van traditioneel werk en innovatievere klussen rondom automatisering en inzet van robots bijvoorbeeld.
En dan is er nog de creatieve ruimte die hij krijgt, waarin hij zijn kijk op de zaak kan delen én gehoord wordt. “Hier is alle ruimte voor je input, om goede vragen te stellen en ideeën te opperen. Daar staan ze erg voor open.”
“Hier is alle ruimte voor je input, om goede vragen te stellen en ideeën te opperen. Daar staan ze erg voor open.”
Niet zo gek dus, dat hij meteen na zijn start werd uitgenodigd in een verbeteringsproject om breuk en kleurverschil te voorkomen in het bakproces van 3 specifieke soorten dakpannen.
“Daar ben ik nu sinds de tweede week mee bezig. Daarin doe ik echt mijn eigen ding. Ik bedenk nieuwe manieren om het proces te verbeteren, draai de testjes en bespreek de resultaten met de projectgroep, om samen de vervolgstappen te bepalen. Dat is mooi om te doen, en om het vertrouwen te krijgen. Ik wist nog niks als nieuwkomer, en dan wordt ik meteen hierin betrokken. Dat is tof.”
Geen handje, wel hulp
Maar hoe handig, ervaren of zelfstandig Mart ook is; hij heeft sinds zijn start ook veel aan zijn collega’s gehad om de nieuwe dingen te leren in zijn werk. Hij is tenslotte (nog) leerling onderhoud monteur bij Monier. “Ik word hier echt meegenomen in het werk, tot ik het in m’n eentje kan. Zo heb ik snel mijn eigen onderhoudjes gedaan, zonder dat mijn handje telkens wordt vastgehouden. Dat vind ik fijn.
Met vragen kan ik evengoed altijd bij collega’s terecht, die helpen me dan op weg. Laatst bijvoorbeeld, had ik een vraag over hoe ik een spiebaan moest infrezen. Dan laat-ie op z’n gemak zien hoe het werkt, doet het eerst een stukje voor en laat het me daarna zelf doen. Dat is fijn werken.”
Marts tip voor vakgenoten
Afsluitend: dé tip die Mart zou willen meegeven aan zijn vakgenoten die nu aan het werk zijn op zee? Daar hoeft hij niet lang over te denken. “Als je klaar bent met varen, moet je stoppen. Voor mijn laatste ronde twijfelde ik, toen heb ik het toch nog een keer geprobeerd. Dat moet je niet doen. Je moet gewoon de stap zetten: stoppen.
Dat is echt niet zo moeilijk als je denkt. Met mijn achtergrond en Evoke’s netwerk kom je snel ergens terecht. Ik heb er in elk geval niet veel moeite voor hoeven doen. Als je dus twijfelt, lekker doen, die nieuwe stap zetten. Vanuit Evoke werd ik netjes begeleid en geholpen. Je bent altijd vrij om te zeggen wat je denkt, ook als je het niks vindt. Je kunt altijd gaan kijken en getriggerd worden. Dan kun je nog altijd zeggen ‘aju, ik vind er niks aan’. Even goede vrienden, gaan we verder zoeken.”
Toekomst zonder zee?
Mart zit goed op z’n plek aan wal, maar wat betekent dat voor de toekomst? Gaat hij ooit nog terug naar zee? “Wie weet. Het varen mis ik niet heel erg, maar wel de sfeer van het varen. Dat kan ik niet uitleggen, dat weet je alleen als je het zelf gedaan hebt. Misschien ga ik ooit nog terug naar de maritieme sector, maar voorlopig zit ik hier goed.
Ik hoor de Chef Mechanisch hier al zeggen dat hij het eens wat rustiger aan wil gaan doen, een dagje minder werken bijvoorbeeld. Collega’s denken dus langzaamaan aan hun pensioen, en hebben een opvolger nodig. Zoiets zou ik kunnen zijn in de toekomst, heeft Lars me al eens aangeraden toen ik deze functie overwoog. Maar hé, niemand weet wat de toekomst brengt.”
“Collega’s denken dus langzaamaan aan hun pensioen, en hebben een opvolger nodig. Zoiets zou ik kunnen zijn in de toekomst.”
Een visie die niet ver van die van Niels van Lingen ligt, Hoofd Technische Dienst en Marts leidinggevende bij Monier: “De jonge monteurs in de techniek hebben echt de toekomst. De huidige generatie is al wat ouder en er komt steeds minder aanwas. Dat maakt de jonge technici van nu degenen met de meeste kansen in de toekomst. Net als Mart. Binnen een paar jaar zullen er zeker gaten gaan vallen. Of hij dan leidinggevende functies kan gaan overnemen weet ik nu nog niet, maar hij heeft zeker potentie. Of hij hier tegen die tijd nog rondloopt weet ik niet, maar ik hoop het wel.”
CARRIÈREMATCH
Klaar voor jouw nieuwe stap als monteur?
Zo gaat dat bij Evoke. Wij zoeken het werk dat écht bij jou past, wat je achtergrond of ervaring ook is. Is het niks? Even goede vrienden, gaan we verder zoeken. Toch blijft 80% van onze Evokers op de eerste werkplek, waar ze meteen hun beste nieuwe baan vinden.
Ben jij klaar voor die stap? Bel, app, mail of link met Lars – Relatie Manager Maintenance & Field Service bij Evoke, jouw carrière coach.

Stijn van Gils
Senior Relatie Manager Maintenance & Field Service
Bas van Dongen
Relatie Manager Maintenance & Field Service